De voorbereiding
Met Mick zijn eerste schooldag in zicht, ontstaan de kriebels om een keer een verre reis te maken nu we nog niet aan schoolvakanties gebonden zijn. Ver moet het zijn, maar wel zonder vreemde ziektes: Nieuw-Zeeland komt in het vizier. In februari druk rondgebeld en al gauw de knoop doorgehakt: met Expeditie Kroost en Co een reis-op-maat (gelukkig kan alles) van een maand in Nieuw-Zeeland. Eigenlijk weten we dan nog weinig van het land, en dat blijft nog even zo, want na het boeken zijn we nauwelijks meer met de reis bezig. Pas een maand voor vertrek zijn we in de reisboeken gaan lezen, en krijgen we echt zin in onze vakantie.

De reis en de eerste dagen
De lange vliegreis had ons bijna van het idee afgebracht, maar in de praktijk valt het (vooral achteraf gezien) erg mee. Mick kijkt onverantwoord veel films de eerste vlucht en de tweede vlucht slaapt hij bijna de hele tijd. Tess vindt vooral het eten leuk, en kan de eerste slaapuren in het vliegtuig niet tot rust komen, daarna gaat het goed. Het daghotel in Maleisië is erg lekker, het lukt ons om allemaal tegelijk 4 uur te slapen en daarna zelfs even buiten te zwemmen. (De terugreis ging aan een stuk door, dat was wel wat vermoeiender).
En dan Auckland: de aankomst verloopt makkelijk, en na een zwaar middagje verplicht wakker blijven, slapen de kinderen meteen de eerste nacht in het goede ritme door. Nauwelijks jetlag gehad en meteen lekker op pad in een relaxte miljoenenstad. Het was wel iets kouder dan we gedacht hadden: 15°C met behoorlijk wat wind, maar wel superzonnig.
Het Noordereiland
Superzonnig bleef het de eerste week, en gelukkig werd het ook warmer. Het komt dan ook goed uit dat we eerst met onze camper de stranden aan de Oostkust verkennen. Daarna gaat het via de thermische verschijnselen in Roturua en Taupo naar voor ons het hoogtepunt van het Noordereiland: Tongariro National Park. Vanuit de camping bij Whakapapa Village (alleen van de naam wordt je al vrolijk) kan je wandelingen van 5 minuten tot 3 weken maken, en we hebben daar een erg mooie wandeldag met Tess in de rugdrager en Mick die zelf al acht kilometer kan lopen. Uitzicht op vulkanen en mooie bergriviertjes. Wel weersafhankelijk: als het regent is daar weinig te beleven. We zakken daarna verder af naar het Zuiden, slaan uiteraard de cable car in Wellington niet over, en steken na tien dagen over naar het Zuidereiland.
Het Zuidereiland
Het Zuidereiland is veel dunner bevolkt, en nog relaxter dan het Noordereiland, maar daar kom je pas na een tijdje reizen achter. Eerst nog walvissen kijken in Kaikoura (met een klein vliegtuigje - aanrader voor als je kinderen onder de drie hebt die nog niet op de boot mogen), relaxen in de Hanmer Springs Spa, en dan pas belanden we aan de dunbevolkte westkust. Het regenwoud zo vlak aan de kust is een bijzondere ervaring. En er zijn veel plekken, net als in de rest van Nieuw-Zeeland waar je onderweg mooi kunt lunchen of een kleine wandeling maken, en die staan vaak goed aangegeven. Na de gletsjers en mini-dorpjes belanden we in Wanaka, een gezellige plaats met geweldig uitzicht (ook vanaf de camping) en een prachtige speeltuin. Overal in het land zijn trouwens prima openbare faciliteiten: speeltuinen dus, picknicktafels onderweg, de mooiste openbare WC's (vaak met aparte verschoonruimte of een bank). De rest van de reis hebben we wisselend weer, maar genieten we elke dag van de mooie natuur en de vriendelijke mensen. Uit eten met kinderen is geen probleem en erg gezellig. Maar met de babyfoon aan op de camping naar restaurant of bar is er niet bij; campings hebben wel allemaal een mooie grote keuken maar nauwelijks horeca. Hoogtepunten van de rest van onze Zuidereiland reis zijn onder andere de stoomtrein Kingston Flyer, de Milford Sound, het gezellige plaatsje Oamaru met zijn yellow-eyed pinguins, de prachtige omgeving van Mount Cook, en het relaxte Geraldine met automuseum voor de liefhebber. Een paar dagen Christchurch sluiten een geweldige vakantie af.
Onze reistips voor andere ouders
Campings hebben we vaak op de dag zelf gereserveerd, reserveren was in deze periode niet echt nodig. De bekende campings zijn mooi en kindvriendelijk en soms echt leuk (Waihi Beach, Oamuru, Wanaka), maar wij vonden het soms wat over de top: een drive-through check-in voor campers…. Wat kleinere campings in natuurgebieden en plaatsen niet bij attracties kunnen ook erg leuk zijn, maar hebben minder faciliteiten.
Als je wandelen leuk vindt, oefen met oudere kinderen van te voren met wat langer lopen en neem voor jongere kinderen een rugdrager mee. Vaak zijn voor 1 NZD kleine brochures met beschrijvingen van wandelingen in allerlei lengtes te koop. Ook voor onderweg, bijvoorbeeld de omgeving van de passen op het Zuidereiland.
Wij hielden als maximum reisafstand ongeveer 200 kilometer per dag aan en dat was een goede formule voor relaxt rondreizen met tijd voor een bezienswaardigheid, een wandeling of toch die leuke speeltuin onderweg.
Het weer wisselt per dag, per uur en per plaats – wees dus op alles voorbereid en zorg dat je nog wat flexibiliteit in je plannen hebt.
Bas, Jolien, Mick en Tess